In deel één onderzocht ik de mogelijkheden om van fotografie je beroep te maken. In deze aflevering inventariseer ik de diverse specialisaties en neem een kijkje in de praktijk. Ook vertel ik hoe je aan de benodigde kennis komt.
Reclamefotografie
Een veelzijdige, relatief goedbetaalde sector. Je opdrachtgevers zijn voor negentig procent reclamebureaus. Artdirectors weten waar Abraham de mosterd haalt. Ze zitten niet te wachten op correcte plaatjes; die kopen ze voor een prik bij Image Banks of Stockfotobureaus. Meer dan ooit verwachten ze iets nieuws van een fotograaf; je moet in de eerste plaats verrassen met een originele visie.
Daarnaast heb je voldoende vakkennis en ervaring nodig om je beelden op hoog niveau te visualiseren. Natuurlijk zul je later, als het contact er eenmaal is, ook gewoon vakwerk zonder pretenties moeten leveren. Maar daar haal je die klant niet mee binnen. Ben je bezeten van beelden maken, voel je de behoefte tot creëren en heb je bij veel reclamefoto’s het gevoel dat je het beter kunt? Dan zit je wellicht op het goede spoor. Vestiging in Amsterdam ligt voor de hand. Dat is nog steeds het walhalla van de reclame.
Industrie- en bedrijfsfotografie
Is verwant aan de reclame. Zoals het woord al zegt, bestaan je opdrachtgevers echter vooral uit bedrijven. Je maakt bedrijfsreportages, fotografeert producten en installaties, eigenlijk doe je alle fotografie die niet door bemiddeling van een reclamebureau tot stand komt. De kwaliteitseisen liggen over het algemeen lager dan in de reclame.
Dat komt doordat de meeste opdrachtgevers niet goed weten wat maximaal haalbaar is. Onderschat dat echter niet. Ze eisen wel waar voor hun geld, iedere foto moet zichzelf terugverdienen. Het is een zeer gevarieerde bedrijfstak maar de honorering blijft over het algemeen wat achter bij de reclamefotografie.
Modefotografie en Lifestyle
Om hier te slagen moet je beschikken over een goede smaak, een originele geest en een sterk gevoel voor trends en mode. Je werkt vaak op locatie maar ook in de studio, meestal in teamverband met stylistes en modellen. Je kunt dus goed met mensen omgaan en bent in staat ze duidelijk te maken wat je van ze wilt.
Ook dit is een relatief goedbetaalde tak van de fotografie, de honorering is echter wat anders geregeld. Veel uitgeverijen leggen de prijs op aan de fotograaf in plaats van andersom. Je werk wordt gepubliceerd in bladen. Dat is een voordeel want daar komen vaak weer nieuwe opdrachten uit.
Journalistieke fotografie
Je bent in de eerste plaats journalist. Aangeboren nieuwsgierigheid, een analytische geest, een gezond wantrouwen en een beetje gevoel voor avontuur zijn onontbeerlijk. Geregelde werktijden bestaan niet; nieuws wordt 24 uur per dag gemaakt. Kranten en bladen werken met een gelimiteerd aantal fotografen in vaste dienst. Meestal werk je freelance (voor jezelf dus), of op zijn best met een beperkt contract. Stressbestendigheid is een pré, de betaling is matig tot slecht. Behalve natuurlijk als jij toevallig die unieke foto maakt. Maar ja, een wildplassende Willem Alexander krijg je niet elke dag voor je lens. Niet getreurd, de riooljournalistiek wilde je toch al niet in.
Publieks- en evenementenfotografie
Denk hierbij in de eerste plaats aan bruidsreportages, portretten en schoolfotografie of greenscreen fotografie op bedrijfsfeesten. Er zijn ook fotografen die fotosessies organiseren als opleuker bij grote bijeenkomsten. Ze maken dan een deal met de organisator. In het algemeen dien je over een goed zakelijk gevoel te beschikken. Voordat mensen van je diensten gebruik maken, zullen ze eerst goed rondkijken bij de concurrentie. Kwaliteitsbesef is er weinig in de publiekssector, dus daar kun je moeilijk mee overtuigen. Daarom moet je vaak voor scherpe prijzen werken.
O ja, er is ook nog zoiets als autonome fotografie. Dit is de verzamelnaam voor alles waar geld verdienen op de laatste plaats komt. Voel je je een echte kunstenaar, dan ben je hier wellicht op de juiste plaats. Een afzonderlijke specialisatie zou ik het niet willen noemen. Als je hier thuishoort, kun je je huidige baan voorlopig beter niet opzeggen.
O ja, er is ook nog zoiets als autonome fotografie. Dit is de verzamelnaam voor alles waar geld verdienen op de laatste plaats komt.
Opleidingen
Goed, je weet een beetje wat er mogelijk is, nu eens kijken hoe je aan de nodige kennis komt. Academies met een gesubsidieerde fulltime opleiding voor fotografie vind je in het hele land. De bekendste zijn:
- de Koninklijke Academie in Den Haag
- de Rietveld Academie in Amsterdam
- de Academie St. Joost te Breda
Verder zijn er opleidingen in Utrecht, Enschede en Rotterdam. Al deze instituten hebben ook een avondopleiding.
Daarnaast zijn er de niet-gesubsidieerde instellingen zoals bijvoorbeeld de Fotoacademie en de Fotovakschool. Laatstgenoemde is de oudste ongesubsidieerde opleiding waar vijftig procent van de zelfstandig gevestigde fotografen het vakdiploma verwierf. Hier kun je zowel parttime als schriftelijk studeren.
Voor toelating bij de gesubsidieerde instellingen dien je een goed verhaal te hebben. Over het algemeen is er veel meer vraag dan aanbod. In mijn ervaring als docent aan de School voor Fotografie (huidige Koninklijke Academie), wordt er bij de toelating sterk op motivatie gelet. Op de vraag wat je gaat doen als je wordt afgewezen, is: “de Autoschool in Driebergen”, het slechtste antwoord. Wat ze willen horen is: “Dan kom ik het volgend jaar weer proberen.” Verder moet je een gevarieerd portfolio samenstellen dat een goed beeld geeft van je kunnen. Originaliteit en kwaliteit zijn de sleutelwoorden. Na toelating word je vanzelf verdergeholpen. De geïntegreerde stageperiode zorgt voor een goed beeld van de praktijk en na zo’n opleiding ben je dan ook behoorlijk voorbereid op het vak.
Of meteen in het diepe?
Maar niet iedereen is in de gelegenheid om deze weg te bewandelen. Wellicht staat je situatie het niet toe. Beschik je over voldoende talent dan zijn er natuurlijk toch mogelijkheden. Bel gewoon fotografen en vraag of ze plaats hebben voor een stagiair. Laat je vooral niet ontmoedigen. Schikt het even niet, bel dan later terug. Je moet ze toevallig op het juiste moment treffen, soms is er net iets misgegaan met de vorige stagiair waardoor er een plaats vrijkomt.
Ook als ze geen plek voor je hebben is het mooi als je eens langs mag komen om je werk te laten zien. Vaak ontstaan dan toch ineens kansen. Betaald werk als assistent zit er meestal niet in, maar ook incidenteel bijspringen in een fotostudio geeft je al een geweldige voorsprong op iemand die nog nooit een studio van binnen zag. Mag je het archief opruimen of helpen bij de digitalisering, dan is dat iets om met beide handen aan te grijpen. Veel fotografen hebben nog steeds moeite met het digitale traject.
Als jij toevallig een kei in Photoshop bent, kun je wellicht op die manier binnenkomen. Bedenk dat de fotograaf een goede reden moet hebben om je tussen zijn klanten te laten grasduinen. Als je vertelt dat je zo snel mogelijk voor jezelf wilt beginnen, geef ik je dus weinig kans. Maak je nuttig en houd ondertussen ogen en oren open. ‘Niets is me te min’ is grofweg de juiste instelling. Soms is een fotograaf bereid je te begeleiden door min of meer als mentor op te treden. Als tegenprestatie kun je dan af en toe als freelance assistent bijspringen. Ondertussen blijf je werken aan je portfolio.
Stel dat dit allemaal lukt, hoe begin je dan voor jezelf, wat heb je daarbij nodig en hoe kom je aan klanten? Dat belicht ik, om in vaktermen te blijven, in de volgende aflevering.