De Sony Nex-3 en Nex-5 zijn nog maar net uit en er is meteen al veel vraag naar, terwijl Olympus met z'n Pen een veel tragere start had. Blijkbaar wordt er van Sony veel verwacht. We gaan zien of dat terecht is.
Sony is de eerste van de grote drie de z'n systeemcompacts op de markt brengt. Gemak van een compact, kwaliteit van een reflex, dat is het uitgangspunt. Compact is zéker gelukt: de Nex-5 body is ongeveer net zo groot als een Sony compact met een flink zoombereik.
Zit er een objectief op, dan kom je in de buurt van het formaat van een hybride camera, zo'n camera met 20x zoom of meer. Bij de Nex camera's zit er dan een 3x zoom op: 18-55 mm.
De aangekondigde 18-200 mm is er nog niet, maar daarmee heb je echt voornamelijk een objectief in je hand, met een kleine stukje camera erachter. Nog altijd compacter dan een reflex met vergelijkbaar objectief, dat wél. Maar de charme van de compactheid valt dan een beetje weg.
Klapscherm: super!
Met een 18-55 mm erop ontstaat er een uitgebalanceerde, lichte en compacte combinatie die plezierig hanteerbaar is. Fijn dat Sony ondanks de platte camerabody toch een uitklapbaar lcd-scherm heeft gerealiseerd. Het grote, heldere scherm kan op- en neerwaarts worden geklapt, voor een hoog of laag camerastandpunt.
Fijn dat Sony ondanks de platte camerabody toch een uitklapbaar lcd-scherm heeft gerealiseerd
Het fotografeert gewoon heel lekker, met de camera voor borst of buik. Minder vermoeiend dan de camera hoog voor je houden, en als je geen camera voor je hoofd hebt valt het minder op dat je aan het fotograferen bent.
Het enige nadeel van de lage camerahouding is dat je je rechterpols wat moet knikken. Vroeger had Sony camera's waarvan de handgreep mét het scherm mee werd versteld, dat werkte lekkerder.
Uiterlijk
Bij de Nex-5 steekt de objectiefvatting er iets boven- en onderuit. Staat een beetje raar, maar benadrukt wel de compactheid. Zou de 18-55 mm dezelfde looks hebben als het model dat voor de reflexen wordt geleverd, dan zou je een uitermate goedkoop ogende plastic-achtige combinatie krijgen, waarvoor je maar met moeite het geld zou willen neerleggen dat Sony er nu voor vraagt.
Je zou snel kunnen concluderen dat de 5 lekkerder vasthoudt dan de 3
De Nex objectieven maken echter een luxe, duurzame indruk. De vattingringen zijn van metaal, de bajonetvatting is van roestvrij staal. De verstellingen voelen degelijk aan, er zit geen speling in.
Optiek
Wil je je Nex in je jaszak meenemen, dan kun je er het beste het 2,8/16 mm pancake-objectief op zetten. Op dit moment zijn er sets leverbaar met 18-55 én 2,8/16 mm, waarbij je voor toevoeging van de laatste slechts een geringe meerprijs betaalt. Beslist doen, als het budget het toelaat.
Overigens is Sony's keuze voor 16 mm discutabel. Omgerekend is het een 24 mm supergroothoek op fullframe, dus een beeldhoek van circa 84 graden. Dat is érg handig voor overzichtsfoto's in drukke steden en voor wijdse landschappen, maar voor foto's met mensen is het wel uitkijken geblazen. Houd je weinig afstand, dan krijg je perspectivische overdrijvingen. Een 20 mm was een betere keuze geweest: die is wat universeler toepasbaar, en had niet dikker hoeven zijn.
De prestaties zijn vergelijkbaar met de uitstekend gewaardeerde 14 MP sensor van de Alpha 550
De 18-55 mm standaardzoom levert uitstekende optische prestaties en is een belangrijke schakel in de kwaliteitsketen van de Nex-3 en Nex-5. Het geeft in de uiterste zoomstanden wel nogal wat vertekening. Soms zul je opnamen op de computer wat moet corrigeren om rechte lijnen (horizon hoog in beeld bijvoorbeeld) weer werkelijk recht te krijgen.
3 of 5?
De Nex-3 is iets langer en hoger dan de Nex-5. Je zou snel kunnen concluderen dat de 5 lekkerder vasthoudt dan de 3. De laatste heeft weliswaar een grotere grip, maar die is ook gladder. Dus: touch and try, in een winkel.
De 5 heeft verder een harder aanvoelende magnesium behuizing, de 3 is van kunststof (maar voelt niet goedkoop aan). Verder heeft de Nex-5 de beste video-opties: full-HD (1080i AVCHD) tegen HD bij de Nex-3 (720p MP4). Tot slot is de Nex-5 als enige geschikt voor een draadloze IR-afstandbediening.
Weinig knopjes, en dus veel menu's
14 MP
Hart van het hele systeem is natuurlijk de grote sensor. Op APS-C formaat, net als de meeste reflexcamera's. De prestaties zijn vergelijkbaar met de uitstekend gewaardeerde 14 MP sensor van de Alpha 550.
Dat betekent hoge prestaties over een groot ISO-bereik. Het gaat tot een indrukwekkende ISO 12.800, maar dan krijg je grove modderige resultaten die je alleen in geval van nood wilt accepteren. ISO 6400 is niet veel beter, maar bij ISO 3200 begint het er al heel smakelijk uit te zien.
Daar is goed mee te werken, en dat betekent dat je de Nex-5 en Nex-3 ook bij weinig licht goed kunt gebruiken. Daarom is het onbegrijpelijk dat je in de iAuto stand geen beschikking over de hoge ISO-waarden krijgt.
Verder is het sowieso onprettig dat je bij automatische ISO-regeling niet ziet welke ISO-waarde de camera kiest.
De goede low-light prestaties komen extra goed van pas want er zit geen flitser in de camera's. Er wordt er wel eentje meegeleverd: piepklein, omdat hij z'n voeding uit de camera's haalt. Hij moet een beetje omslagtig op de camera worden geschroefd, maar zit dan goed vast.
Hij is trouwens zo plat dat je hem gerust kunt laten zitten, hij zit niet in de weg. Klap hem met je linker wijsvinger omhoog en hij is paraat, duw hem terug en hij doet niet meer mee.
Dus als je in een impuls besluit dat je toch een invulflitsje wilt proberen, dan heb je 'm er zo bij. Compliment, werkt lekker!
Levendig
Geen compliment wederom voor het Sony vertaalwerk. Je komt rare menutermen tegen, waarbij je soms even in het Engels moet kijken wat er werd bedoeld. Zo kun je bij de live scherptediepteregeling kiezen voor een stand die verloopt tussen onscherp en 'levendig'. Ze bedoelen gewoon: tussen scherp en onscherp. Voor levendig staat er in het Engels 'crispy', dus wellicht is de vertaalslag Engels-Japans ook al niet helemaal perfect geweest. En dat bij zo'n wereldmerk....
What you see is what you get
Bediening
Kom je van een reflex af, dan vragen de Nex camera's gewenning. Bijna alle instellingen lopen via menu's. Even snel je ISO aanpassen bijvoorbeeld, dat is er niet bij. Sony heeft er alles aan gedaan om het schrikbeeld van 'ingewikkeld' te vermijden, vandaar dat de instellingen gaan als bij een compact: weinig knopjes, en dus veel menu's. Handig is de regeling van bewegingsweergave en achtergrondonscherpte (lees: sluitertijd en scherptediepte): geen gegoochel met cijferwaarden maar: what you see is what you get.
Snel?
De autofocus is voor een contrastdetectiesysteem erg snel, vergelijkbaar met wat Panasonic op dit gebied presteert, iets sneller dus dan de wat aarzelender scherpstellende Olympus Pennen. Opnameseries van 7 beelden per seconde maakt ook indruk, maar dat is een 'burst'-functie waarin je er niet op moet rekenen dat zich verplaatsende onderwerpen daarbij goed scherp worden gehouden.
In de normale opnamestand is de hoogste snelheid 2,3 beelden per seconde. 7 Beelden per seconde staat mooi in de specificaties, maar wat nooit wordt opgegeven is de tijd waarin een camera weer klaar is voor een volgende opname. Bij een reflex is dat zeer snel, en wat nog belangrijker is: je hebt meteen na de opname je beeld weer terug.
Bij de Nex camera's gaat je beeld even op zwart en je moet echt wachten tot je de volgende foto kunt maken. In drie precies goed getimede shots vastleggen (in de single-transportstand) hoe een kind de kaarsjes op een verjaardagstaart uitblaast, dat is niet te doen. Met de meest simpele instapreflex lukt het probleemloos.
Echt traag is het opstarten. Als je de camera activeert twijfel je echt een aantal seconden of de accu niet leeg is, maar uiteindelijk komt je Nex tot leven. Deze opstarttijd is ouderwets lang. En over de accu nog een opmerking: camera's die full time live view gebruiken zijn zware stroomverbruikers. Een extra accu is bij de Nex camera's geen luxe.
Extra's
Sony stopt leuke extra's in de Nex camera's, zoals Auto HDR, waarbij je contrastoverbrugging door de camera kunt laten uitzoeken, maar ook zelf kunt regelen.
In de zwaarste stand kun je echt van die overdreven HDR-effecten krijgen; kijk naar de schilderijen van Carel Willink, díe sfeer.
Sensorformaat
Sony koos ervoor om hetzelfde sensorformaat aan te houden als bij de reflexen. Daar is veel voor te zeggen. Met een APS-C sensor haal je tegenwoordig moeiteloos een hoge kwaliteit. Maar er ontstaat wel wat geks. De camera's konden kleiner worden door het weglaten van de reflextechniek, maar de objectieven niet.
Wil je veel tele, dan krijg je gewoon grote objectieven, en door het ontbreken van een zoeker op ooghoogte die je tegen je hoofd aan kan zetten fotografeert het niet erg stabiel. Deze Nex camera's zijn het leukst met relatief kleine objectieven. En dat betekent: niet zo gek veel zoom. Take it. Or leave it.
Geslaagd, maar...
Wat de Sony met de Nex-3 en Nex-5 eigenlijk heeft gedaan: de funfactor uit de Alpha serie destilleren en daar een zo compact mogelijke systeemcamera omheen bouwen. Want de combinatie van live view, snelle autofocus en uitklapbaar scherm zijn de smaakmakers van de Nex camera's. Dit zijn gewoon fotoplezierpakketjes waar een hele hoge kwaliteit uit komt.
Foto-experts en knopjesfreaks moeten hier vanaf blijven, tenzij ze kunnen leven met resultaat gericht fotograferen zonder veel directe invloed. Of ze moeten wachten, want er komt vast nog wel een Nex-7. Of -9, of... Nu ja, dit is in elk geval wel plezier met een grote P en kwaliteit met een grote K.
Voor iedereen die de opstap vanaf een compactcamera maakt nog dit advies: houd wel het hoofd koel. Wil je je camera na elke opname snel schietklaar hebben, wil je actieonderwerpen met scherpstelling kunnen volgen en wil je graag met sterke zoomobjectieven werken, kies dan toch voor een reflex.