De komst van digitale fotografie en het wegvallen van het scannen van ‘vervuilde’ dia’s en negatieven betekende ook het afscheid van stof op digitaal beeld. Tenminste, in een uitzonderlijk geval is een smetje te ontdekken op een foto van een digitale compactcamera.
Maar met de opkomst van digitale spiegelreflexcamera’s heten we het stof ook weer 'welkom'. Sommige fotografen raken in paniek en ontwikkelen smetvrees, terwijl gezond verstand en zorgvuldigheid meer op hun plaats zijn.
Waarom stof?
Een unieke eigenschap van een spiegelreflex- of systeemcamera is dat de lenzen zijn te verwisselen waardoor een hoge mate van flexibiliteit en inzetbaarheid ontstaat. Tijdens het wisselen van een lens staat het camerahuis echter in open verbinding met de buitenlucht en kan stof de camera binnendringen.
Een andere en grotere bron van besmetting is dat de achterzijde van de lens die je erop gaat zetten stofjes bevat, die er door de opklappende spiegel worden ‘afgewapperd’. Bij een camera met een rolletje werd het stof met het negatief bij elke foto afgevoerd en had het stof niet de kans te accumuleren. Bij een digitale spiegelreflex is er geen ‘natuurlijk’ afvoerkanaal en belandt een groot deel van het stof uiteindelijk op de sensor. Op een zeker moment zijn deze stofjes zichtbaar op de foto.
Wanneer is het te zien en hoe te controleren?
Stof op de sensor wordt alleen maar zichtbaar als de scherptediepte bij het beeldvlak toeneemt. Dit is bij kleine diafragma’s. Bij f/4 zal stof niet op de foto te zien zijn, maar verklein je het diafragma tot bijvoorbeeld f/11 zoals bij macrofoto’s, dan worden de zwarte vlekjes wel manifest (afbeelding 1). Soms kunnen het ook vezeltjes zijn en laat de foto vage streepjes zien. Stofjes en vezeltjes op de sensor zitten bij elke foto op exact dezelfde plaats.
Om te zien of de sensor van je camera stof bevat, maak je een foto van een strakblauwe lucht. Zet de camera op diafragmavoorkeur (Av) en op een diafragma van f/22 of kleiner. Stel handmatig scherp op oneindig en neem een foto. Zorg wel dat er geen vogels of vliegtuigen op de foto staan, die je later zou verwarren met stofjes. Je kunt ook een andere effen lichtgekleurd onderwerp fotograferen, maar pas op voor bewegingsonscherpte en juiste focussing.
Omdat het op de foto soms moeilijk te zien is waar de stofjes concreet zitten, is het raadzaam om in een fotobewerkingprogramma met Automatisch Niveaus /Levels uit te voeren zodat de vage vlekjes veranderen in echte harde stippen (afbeelding 2). Je zult bij f/22 bijna altijd stipjes zien, maar zolang het bij f/8 of groter niet duidelijk is, hoef je de sensor niet direct schoon te maken.
Voorkomen en genezen
Als je een lens wisselt van de spiegelreflex, zorg dan dat je niet in een zichtbaar stoffige omgeving staat en dat er niet teveel wind of tocht is. Houd tijdens het wisselen de camera altijd iets naar beneden gericht. Zorg dat de nieuwe lens al klaar staat en dat de achterkant ervan stofvrij is. Wissel de lenzen snel, maar blijf zorgvuldig. Ook al gebruik je regelmatig een andere lens, dan is het op deze manier mogelijk om een jaar geen last te hebben van stof. Hoe zorgvuldig je ook bent, de kans is altijd aanwezig dat een stofje het camerahuis binnendringt.
Gelukkig zijn er steeds meer camera’s die voorzieningen hebben om dit stof automatisch te verwijderen. Met hoog frequent geluid wordt de sensor in trilling gebracht en het aanwezig stof valt er dan vanaf en blijft aan een kleefstrip hangen. Het systeem is ontwikkeld door Olympus (Super Sonic Wave) en heeft navolging gevonden bij Sony, Pentax en Canon. Hoe goed deze sensorcleaning ook werkt, zorgvuldigheid blijft een eerste vereiste.
Hoe schoonmaken?
Dankzij de interne sensorcleaning is het bij veel nieuwe camera’s niet meer nodig de sensor zelf te ontdoen van stof en andere onregelmatigheden. Heb je echter een camera die niet uitgerust is met deze schoonmaakoptie, dan moet je zelf aan de slag. De beste methode is om de camera aan te bieden bij je leverancier of direct bij het repaircenter van je cameramerk. Je hoeft dan zelf niet te gaan rommelen en je weet dat het goed gebeurt. Grote probleem van zelf schoonmaken is namelijk dat je mogelijk met fysiek schoonmaakgereedschap in het delicate hart van de camera komt en je bij een fout (beschadiging van spiegel, sluiter of sensor) op geen enkele manier op de garantie is terug te vallen. Laten schoonmaken daarentegen kan geld kosten en het duurt vaak een aantal weken voordat je je camera terug hebt.
Zelf schoonmaken
Wil je de sensor toch zelf schoonmaken, dan zijn er diverse methodes mogelijk. In alle gevallen moet je de sensor kunnen zien. In het menu van de camera zal de optie sensor reinigen aanwezig zijn. Hiermee wordt de spiegel opgeklapt en de sluiter geopend, zodat je direct op de sensor kijkt.
Het blaasbalgje
De minst riskante methode om stof van de sensor te halen, is het blazen met een balgje zonder kwastje. Dit is voor iets meer dan een tientje te koop bij de fotovakhandel en via internet. Zorg dat je met enig beleid in het spiegelhuis te werk gaat en dat je geen stof van de randen in de camera blaast. Steek het tuitje niet te ver in de camera om beschadiging van gevoelige onderdelen te voorkomen. De efficiëntie van een dergelijke schoonmaakactie is niet honderd procent, maar haalt vaak de ergste verontreinigingen weg.
Het stofzuigertje
Ga niet aan de gang met perslucht. Ten eerste kan de grote kracht van de perslucht de sensor beschadigen en wil er ook wel eens vocht of olie in de busjes zitten wat je dan direct op de sensor blaast. Er zijn tegenwoordig wel busjes die als een soort stofzuigertje werken en dus vacuüm zuigen. Het is minder risicovol als perslucht, maar blijft een zorgvuldig werkje.
Vloeistof
Behalve lucht is ook vloeistof te gebruiken om het stof te lijf te gaan. Het rendement is bijna perfect, maar is natuurlijk een ‘gevaarlijk’ werkje omdat je met vluchtige vloeistof op een strijkspatel op de sensor komt. Dit wordt ook sensorswap genoemd. Gebruik je teveel vloeistof dan bestaat de kans dat er strepen op de sensor komen en dat is de remedie erger geweest dan de kwaal.
De sensorbrush
Een methode die de laatste tijd in opkomst is, is de zogenaamde sensorbrush. Dit is een zacht borsteltje dat door middel van perslucht statisch geladen raakt en waarmee vervolgens zachtjes over de sensor gestreken wordt, waarbij de stofjes aan het borsteltje ‘vastplakken’.
Als je de sensor gereinigd hebt, maak dan opnieuw een foto van een egaal onderwerp, zodat je het rendement van je werk kunt zien. Let wel dat het beeld op de foto 180 graden gedraaid is ten opzichte van dat op de sensor. Dus zie je nog een vuiltje rechtsonder, dan moet je linksboven nog even beter schoonmaken.
Conclusie
Hoewel stof op de sensor bij een digitale spiegelreflexcamera onvermijdelijk is, vormt het niet direct een praktisch probleem. Geen reden voor smetvrees dus. Als je bij f/8 of groter geen stofvlekjes op je foto’s ziet, hoef je niet in te grijpen. Wordt stof op den duur bij de werkdiafragma’s wel manifest, dan zijn er verschillende reinigingsmethodes met elk hun eigen voor- en nadelen, maar met die overeenkomst dat ze geen van allen gegarandeerd worden door de fabrikant.
In de toekomst zullen alle spiegelreflexen uitgerust zijn met een interne sensorcleaning en zal het stofprobleem weer tot het verleden gaan behoren. Zorgvuldig werken bij het wisselen van lenzen, blijft overigens altijd raadzaam.