Met het verschijnen van de iPhone 7 - en dan vooral de iPhone 7 Plus - ontspint zich een interessante discussie: luidt Apple’s nieuwste smartphone, uitgerust met een knappe 12-megapixel camera, het begin van het einde van de consumentencamera in?
Vriend en vijand zijn het er over eens: de belangrijkste feature van de iPhone 7 ten opzichte van het vorige model is de camera. Niet voor niks, die nieuwe camera. Het is Apple veel aan gelegen dat nog meer dan al het geval is foto’s worden gemaakt met de iPhone; nog mooiere beelden die vervolgens de wereld overvloeien via Facebook en Instagram.
Hoe dan ook, de kleinere 4,7-inch iPhone 7 heeft al een verbeterde camera, voor de 5,5-inch grote iPhone 7 Plus gaat dat helemaal op, want daar is een bredere camera aanwezig. Of beter: twee losse lenzen, en daarmee twee aparte sensoren. Om een beeld te fabriceren, werken de twee losstaande camera’s met elkaar samen. De ene is de traditionele iPhone-camera met (een 12-megapixel 28-mm) groothoeklens (f/1.8), de andere camera heeft een zogeheten telefotolens (f/2.8), wat zegt dat de camera verder in kan zoomen (2x optisch en 10x digitaal) om een onderwerp op afstand gedetailleerder te fotografen.
Meer leuke details? Niet verkeerd is dat de lens (in beide iPhone 7-modellen) dusdanig is geperfectioneerd dat de randen langs de foto’s scherper zijn – zoals bekend een malheur van de gemiddelde smartphone-camera. Vermeldenswaardig nog is de optische beeldstabilisatie (OIS), waardoor je bij kleine bewegingen geen onscherpte krijgt.
Praktijk
Naar de praktijk, wat wil zij? De tests die hier en daar uit het digitale landschap omhoog schieten, willen dat de camera in de iPhone 7 – het verbaast niet – aanzienlijker beter presteert dan de camera in de voorganger (de iPhone 6s). Uit nog meer reacties op internet blijkt dat beide modellen, zowel de iPhone 7 als de 7 Plus, zeer geschikt zijn voor de snelle kiekjes, maar ook voor foto’s waarbij de lichtomstandigheden minder zijn, zoals ’s avonds of binnenshuis.
Debet aan de betere verlichting is de vernieuwde TrueTone-flitser met vier (i.p.v. twee) lampjes. Wat ook applaus verdient, is de potretmodus; die is op wat schoonheidsfoutjes na gewoon prima. Ga je een niveau omhoog, richting het realistische (!) fotowerk, dan moet de iPhone lossen. Wat niet wegneemt dat de door de iPhone geproduceerde beelden in vergelijking met de DSLR bewijzen waartoe Apple’s smartphone – de Plus-camera in het bijzonder – inmiddels in staat is.
Cijfers
Voordat je de vraag beantwoordt of de iPhone 7 de consumentencamera in het nauw brengt, is het aardig de cijfers over 2015 erbij te pakken. Oeps. Onderzoek van CIPA, het overkoepelende orgaan van alle gezamenlijke camerafabrikanten, maakt duidelijk dat de markt voor digitale camera’s behoorlijk onder druk staat door de opkomst van de smartphone – en die druk neemt alleen maar toe. Vergelijk het jaar 2010 maar eens met 2015. Waar in 2010 nog 120 miljoen digitale camera’s waren verkocht, was dat in 2015 maar 35 miljoen. Andere cijfers willen dat niet alleen compactcamera’s maar ook (in mindere mate) spiegelreflexcamera’s het veld langzaam maar zeker moeten ruimen. Opvallend: de groei van systeemcamera (een digitale camera met verwisselbare lenzen zonder een opklapbaar zoekersysteem) ten opzichte van de traditionele spiegelreflex camera zet wel door.
Conclusie
Ja. Om de nuance aan te brengen: de terugval van consumentencamera’s was al in gang gezet, de iPhone 7 geeft zo mogelijk het laatste zetje. Toch zal de professionele fotograaf op locatie nog niet volledig willen vertrouwen op Apple’s nieuwste – eerlijk is eerlijk - topgadget. Ofwel, nog een klein segment (professionele) camera’s blijft moedig weerstand bieden aan de overweldigers. Maar of dat nog lukt met de iPhone 8?