Beginnen met macrofotografie kan ook zonder direct een macro-objectief aan te schaffen. Er zijn andere en goedkopere accessoires om kleine dingen groot in beeld te brengen. Maar een macro-objectief heeft ook zo z’n voordelen. Hier zijn de belangrijkste mogelijkheden op een rijtje.
Waar gaat het om bij macrofotografie? Je brengt kleine dingen groot in beeld. Om dat te doen moet je dichterbij kunnen komen dan een gewoon objectief toelaat. Daar zijn verschillende accessoires voor.
Macro-objectief
Een macro-objectief heeft een langer insteltraject dan een gewoon objectief. De meeste macro-objectieven gaan tot een afbeeldingsmaatstaf 1:1. Dat wil zeggen dat het onderwerp net zo groot is als de afbeelding ervan in de camera. Ga je dat beeld weergeven, bijvoorbeeld op een computermonitor, dan is het vele malen groter dan het in werkelijkheid is.
Eerste eigenschap van een macro-objectief is dus dat het dichterbij kan dan een ander objectief. Daar komt bij dat het optische ontwerp geheel is afgestemd op weergave van een object dat dichtbij het objectief zit. Een gewoon objectief is ontworpen voor de weergave van objecten op grotere afstand. Ga je dat heel dichtbij gebruiken, dan neemt de afbeeldingskwaliteit af. Een macro-objectief presteert dichtbij juist op z’n best.
Dat merk je in scherpte en contrast. En in het scherp kunnen weergeven van vlakke objecten als boeken en tekeningen. Gewone objectieven zijn ook daar niet speciaal voor ontworpen.
Een macro-objectief heeft dus bijzondere kwaliteiten. En daar komt nog wat prettigs bij: het is ook goed voor algemene toepassingen te gebruiken. Een 100 mm macro-objectief is bijvoorbeeld goed te gebruiken als portret-objectief. En ondanks z’n afstemming op objecten op korte afstand, is de weergavekwaliteit bij bijvoorbeeld landschapsopnamen ook nog verrassend goed. Een macro-objectief is dus een hele grote aanwinst voor je uitrusting, met meer mogelijkheden dan menigeen verwacht.
Het nieuwe 2,8/60 mm macro-objectief van Nikon. Tijdens de scherpstelling verandert het objectief niet van lengte. De scherpstelling vindt geheel inwendig plaats. Daardoor hoeft er relatief weinig werk te worden verzet en loopt de scherpstelling snel en stil. Bovendien zorgt deze inwendige lenzenverplaatsing ervoor dat de afbeeldlingskwaliteit over het totale bereik optimaal is.
Lang of kort
Macro-objectieven worden in verschillende brandpuntsafstanden geleverd. Hoe langer de brandpuntsafstand, des te meer werkt het als een tele-objectief. Hoe langer de brandpuntsafstand, des te kleiner is de beeldhoek. En hoe kleiner de beeldhoek, des te minder zie je van de achtergrond.
En: hoe langer de brandpuntsafstand, des te verder kun je van je object af blijven. Nadeel: hoe langer de brandpuntsafstand, des te groter en zwaarder is het objectief.
Tip: Een 50 mm macro is een licht, compact dingetje, dat makkelijk mee gaat, maar je moet wel vrij dicht op je object om het groot in beeld te krijgen. Je moet soms oppassen die je niet in je eigen schaduw fotografeert. Voor insecten is het beter een langere brandpuntsafstand te kiezen: je kunt meer op afstand blijven, waardoor ze minder snel zullen vluchten.
Hoe korter de brandpuntsafstand, des te groter is de beeldhoek en des te meer blijft er van de achtergrond zichtbaar. Door bij de opname een klein diafragma toe te passen bevat de achtergrond relatief veel herkenbare details.
Macro-opname met het Sigma 2,8/150 mm Apo macro-objectief. Door de kleine beeldhoek is de achtergrondzone zeer smal en komt het onderwerp los van de achtergrond. Er werd slechts licht gediafragmeerd, tot f/3,5, waardoor de scherptediepte zeer beperkt werd gehouden.
Voorzetlenzen
Met voorzetlenzen maak je de goedkoopste instap in de macrofotografie. Eerst even wat verwarring wegnemen. Je hebt voorzetlenzen voor compactcamera’s, die extra groothoek of extra tele aan het objectief toevoegen. Daar gaat het hier niet om. De voorzetlens voor macro is feitelijk gewoon een vergrootglas in een schroefvatting. Je schroeft het voorop je objectief en je kunt meteen dichter bij je onderwerp komen. Hoeveel dichterbij is afhankelijk van de sterkte van de voorzetlens.
Er zijn setjes in de handel met drie voorzetlenzen, een van 1 dioptrie, een van 2 dioptrie en een van vier dioptrie (dioptrie is de sterkte-aanduiding). Nummer 3 ontbreekt, maar die krijg je door 1 en 2 op elkaar te schroeven. Door extra combinaties kun je nog hogere sterkten bereiken, maar dan neemt het gevaar van kwaliteitsverlies sterk toe. Daar moet je bij het gebruik van voorzetlenzen toch al wel voor oppassen.
...maar dan neemt het gevaar van kwaliteitsverlies sterk toe. Daar moet je bij het gebruik van voorzetlenzen toch al wel voor oppassen
De optische kwaliteit van je objectief neemt er door af. Het sterkst aan de randen en in de hoeken van het beeld, dus voor close-ups van bloemen gaat het prima. Gaat het om technische opnamen waarbij alles zuiver en scherp moet worden weergegeven, dan is alleen een echt macro-objectief geschikt. Maar voorzetlenzen zijn handige helpertjes voor onderweg, een betaalbare aanvulling voor een beginnersuitrusting.
Voorzetlenzen
Voor zo’n 50 tot 80 euro ben je klaar (prijs mede afhankelijk van de diameter). Heb je in je uitrusting verschillende objectieven zitten, koop dan de voorzetlenzen voor de grootste objectiefdiameter, en koop eventueel een verloopring om de voorzetlenzen ook op het objectief met de kleinere diameter te kunnen zetten.
Tussenringen
Bij conventionele objectieven zie je dat het gehele objectief voor instelling op kleine afstanden naar voren komt. De uittrek, de stand tussen beeldchip en objectief, wordt verlengd. Tussenringen komen tussen camerahuis en objectief in te zitten en geven daardoor een sterke vergroting van de uittrek. Je kunt enkele tussenringen kopen, maar ook setjes van drie: die hebben verschillende diktes, zodat je diverse combinaties kunt maken.
De meeste tussenringen geven behoud van de automatische scherpstelling en de andere koppelingen tussen objectief en camera. Kun je er uit de product-informatie niet achter komen of de koppeling goed zal functioneren, neem dan altijd camera en objectief mee naar de winkel om te controleren of het werkt. Het ene objectief is geschikter voor gebruik met tussenringen dan het andere. Dat heeft met de optische constructie te maken. Een 1,8/50 mm of een 1,4/50 mm leent zich er goed voor, evenals langere brandpuntsafstanden.
Bij zoomobjectieven is het enigszins een kwestie van testen: er is geen algemene regel voor te geven. Telezooms lenen zich er over het algemeen het best voor, gevolgd door standaardzooms. Zowel bij voorzetlenzen als bij tussenringen geldt dat het kwaliteitsverlies beperkt wordt als je het diafragma minimaal drie stops sluit.
Teleconverter
Tussenring en teleconverter worden nog wel eens verward. Begrijpelijk, want beide komen tussen camera en objectief te zitten. De tussenring is echter een leeg ding, die de uittrek vergroot (de afstand tussen camera en objectief) om zo dichterbij het onderwerp te kunnen komen. Een teleconverter bevat een lenzenstelsel, waarmee de brandpuntsafstand wordt verlengd, met een factor 1,4x, 1,7x, 2,0x of 3,0x. Je krijgt dus meer tele, dus meer vergroting, terwijl het kortste scherpstelbereik van het objectief exact gelijk blijft. Een teleconverter is primair bedoeld om dingen uit de verte groter in beeld te krijgen, in het dichtbijgebied levert hij dus ook winst op.
Moderne zoomobjectieven
Moderne zoomobjectieven dragen tegenwoordig ook vaak de benaming ‘Macro’. Dat doet de fabrikant uit commerciële overwegingen, om aan te geven dat je met het objectief relatief dichtbij het onderwerp kunt komen. Kwalitatief kunnen ze de vergelijking met een echt macro-objectief niet doorstaan, maar in de praktijk valt er vaak verrassend goed mee te werken.
Balgapparaat
Een balgapparaat doet hetzelfde als een set tussenringen. Alleen heeft hij een grotere uittrek en is de vergrotingsmaatstaf traploos instelbaar. Voor verbinding tussen camera en objectief zijn speciale koppelingen nodig. Die zijn niet voor elk systeem volledig beschikbaar, maar bij macrofotografie ook niet altijd noodzakelijk.
Een balgapparaat is traploos verstelbaar en kan voor zeer sterke vergrotingen worden gebruikt. Met de instelslede kan de balg naar voor en achter worden versteld, voor zeer exacte scherpstelling.
Specialistische macro-objecteven
De ‘gewone’ macro-objectieven zijn instelbaar van oneindig tot 1:1. Er zijn echter ook macro-objectieven die alleen ontwikkeld zijn voor het dichtbij-bereik. In feite doen ze hetzelfde als een balgapparaat met daarop een macro-objectief.
Van 1:1 tot vijfmaal ware grootte is haalbaar met dit zeer sterk vergrotende 2,8/65 mm macro-objectief van Canon. Gebruik van tussenringen of een balgapparaat is bij dit objectief overbodig, het is direct gereed voor sterke vergrotingen.
Alleen zijn ze compacter en gebruiksvriendelijker, omdat volledige koppeling met het camerasysteem mogelijk blijft. Voorbeeld is het 2,8/65 mm objectief van Canon, dat traploos instelbaar is van 1:1 tot 5:1. Hiermee kun je dus extreem sterke vergrotingen bereiken, terwijl de optische kwaliteit helemaal is afgestemd op het toepassingsgebied, en dus zeer hoog blijft. Dit objectief maakt gebruik van balgapparaat en tussenringen overbodig.