Excerpt Scott Kelby’s digitale fotografie boek, Hoofdstuk 3 De waarheid over lenzen - Wanneer gebruik je supersnelle lenzen?
Wanneer gebruik je supersnelle lenzen?
Voor binnenopnamen zonder flitser (bijvoorbeeld in een kerk, museum, theater of ergens anders waar je geen flitser of statief mag gebruiken) heb je een razendsnelle lens nodig. Een lens waarvan de diafragmawaarde erg laag ingesteld kan worden, bijvoorbeeld f/1.8 of, nog beter, f/1.4. Hoe lager het getal, hoe minder licht je nodig hebt om toch zonder statief te kunnen fotograferen.
Waarom dit zo belangrijk is? Als je in een donkere omgeving fotografeert, pikt je camera alleen met een lange sluitertijd voldoende licht op om de foto te maken. Zolang je camera perfect stil op een statief staat, is dat geen probleem.
Maar fotografeer je uit de hand (wat meestal het geval is op zulke locaties), dan krijg je bij een sluitersnelheid onder 1/60 seconde foto’s die er op het lcd-scherm van de camera weliswaar goed uitzien, maar zodra je ze op je computer opent of afdrukt, enorm onscherp en eigenlijk onbruikbaar blijken te zijn.
Stel je de camera in op f/1.8 of f/1.4 en fotografeer je uit de hand, dan levert dat in de meeste omgevingen scherpe en duidelijke foto’s op. In dit geval is minder (een lagere waarde) duidelijk meer. Ik grijp meteen naar deze lens als... ik een bruiloft fotografeer.
Een truc voor nog scherpere foto’s!
Scherpschutters houden hun adem in als ze schieten. Je kunt dezelfde techniek toepassen als je schiet (met je camera). Inderdaad. Veel professionele fotografen ademen eerst uit voor ze uit de hand een foto maken. Of ze nemen eerst diep adem, houden hun adem in en maken de foto. Zo beweegt je lichaam zo min mogelijk en trilt de camera zo min mogelijk.
Lees meer in Scott Kelby’s digitale fotografie boek.