De lens die alles kan moet nog uitgevonden worden, verschillende fotografische uitdagingen vragen om verschillende lenzen, als basis is een goede zoomlens een prima uitgangspunt maar soms heb je net iets meer nodig, de aard van de opname is daarin bepalend.
Een super groothoeklens is eigenlijk niet geschikt voor portretten, maar kan soms wel een leuk effect geven.
Welke lens voor welke klus?
Een groothoek (10-24mm) gebruik je vooral voor landschap en in- en exterieur. Voor documentaires, (bruids)reportages, reizen en fotografie van alledaagse onderwerpen is een standaard zoomlens van 18 tot 70mm het meest geschikt. Ga je vogels of dieren fotograferen, dan moet je met een telelens werken tot 300mm. Je kunt dit brandpunt nog verlengen met een zogenaamde extender (1.4x of 2.0x). Je verliest dan wel 1 of 2 stops lichtsterkte en een statief is dan onmisbaar.
Wil je macro- en close-up opnames maken, dan moet je over een macrolens beschikken met een afbeeldingmaatstaf van 1:1. Dat wil zeggen dat een voorwerp van 24mm de breedte van je kader vult. Sommige lenzen dragen de naam macro, maar hebben een afbeeldingmaatstaf van 1:4 en je kader wordt dan gevuld met een voorwerp van 10cm en je ziet dus veel minder detail.
Hoe groter het brandpunt van een macrolens hoe verder je van het onderwerp kunt blijven en hoe kleiner de scherptediepte. Doe je veel portretfotografie of fotografeer je binnen bij concerten en festiviteiten, dan is een lichtsterkte lens met vast brandpunt een goed alternatief.
Verder zijn er nog lenzen met speciale karakteristieken. Zo worden Tilt&Shift lenzen gebruikt voor architectuur en productfotografie. Hiermee wordt perspectief gecorrigeerd of kan een enorme scherptediepte worden bereikt. Lenzen met softfocus doen dienst bij portretten. En de bekende fisheye-lenzen geven een bevreemdend, maar soms o zo mooi, 180 graden beeld van de wereld.
Conclusie
Hoewel de keuze van een lens niet eenvoudig is en ook een hele investering kan zijn, is het wel een duurzame investering. Ze zijn vaak waardevast en zijn ook weer te gebruiken als je een nieuwe body koopt. Zorg voor een goede prijsbalans tussen body en lens. Een lens van 1000 euro op een camera van 500 euro is nog niet zo’n probleem, maar een lensje van 300 euro op een body van 1500 euro of meer, is een onevenwichtige combinatie en levert geen optimale resultaten. Soms is het beter te investeren in dure lenzen dan in een dure body.
Als het mogelijk is, is het raadzaam de lens bij aankoop ook fysiek uit te testen op je eigen camera. Daar staan leveranciers niet om te springen, maar vragen kan altijd. Kijk ook of er bekenden zijn, die een dergelijke lens al gebruiken en deze even willen uitlenen.
Je kunt een lens kiezen van hetzelfde merk als je camera (Canon, Nikon, Olympus, Pentax, Sigma), maar ook van derden zoals Sigma, Tamron, Tokina, Leica en Carl Zeiss. Sony heeft dezelfde lensvatting als het voormalige Konica Minolta. Fuji werkt met een Nikon-vatting, Panasonic met Leica en Samsung met lenzen met een Pentax-vatting.
Waar je je lens ook koopt, zorg ervoor dat hij gedekt is door een Nederlandse of Europese garantie. Mijdt op verkoopplaatsen als Ebay aanbieders uit het Oostblok of Verre Oosten. De prijzen die ze opgeven zijn inderdaad vaak te mooi om waar te zijn en meestal koop je gebakken lucht. Als je een tweedehandse lens in Nederland koopt, vraag dan altijd of je de lens mag uittesten en kijk of er een aankoopbewijs en garantie aanwezig is.