foto: Jan Duker | Noorderlicht op IJsland rond middernacht. 24MM, diafragma F2.8, sluitertijd 40 seconden, ISO 200, statief (Analoge opname)
Fotograferen in het donker lijkt onmogelijk, maar het kan tot hele leuke resultaten leiden. Je hebt wel wat ervaring nodig, maar dit artikel helpt je een eind op weg.
Hoe te beginnen
Als je voor het eerst in de schemering of in het donker gaat fotograferen, is het lastig om gevoel te krijgen voor de juiste belichting. Begin daarom de eerste keer korte tijd voor zonsondergang.
Zet de belichtingsmeter op de automatische stand, bijvoorbeeld diafragmavoorkeuze en maak meerdere opnamen bij hetzelfde diafragma. Naarmate de tijd verstrijkt, wordt de sluitertijd steeds langer.
Als het geheel donker is kan de belichtingsmeter geen sluitertijd instellen die lang genoeg is om de opname juist te belichten. De sluitertijd begint dan te knipperen in de zoeker. De maximale sluitertijd varieert per camera, bij sommige cameramerken loopt deze op tot 30 seconden. Voor het instellen van de juiste belichting schakelen we nu over op tijdopnamen.
Tijdopnamen
Iedere camera heeft een modus waarmee je tijdopnamen kunt maken. Naast M (manual), F of A (diafragmavoorkeuze) en S of T (sluitertijdvoorkeuze), vind je in het menu de optie B (bulb). In deze stand blijft de sluiter net zo lang open staan als dat je de ontspanknop ingedrukt houdt.
Om een lange tijd te belichten gebruik je echter beter een draadontspanner, dit voorkomt trillingsonscherpte. Tellen van secondes kan, maar dit is redelijk onnauwkeurig. Veel merken bieden een draadontspanner aan voorzien van elektronica, waarbij je de gewenste belichtingstijd in kunt stellen. Zo ben je er zeker van dat exact de juiste tijd wordt aangehouden bij het openen van de sluiter.
Na de laatste opname die je nog met de belichtingsmeter kunt maken, neemt de hoeveelheid beschikbaar licht snel af. Was de langste sluitertijd tijdens de laatste opname met diafragmavoorkeuze nog 30 seconden, verdubbel de tijd bij de eerste tijdopname dan naar 1 minuut.
Verdubbel daarna de tijd opnieuw, dus 2 minuten, 4 minuten, enzovoort. Als het echt heel donker is en er bijvoorbeeld ook geen sterren aan de hemel staan, kan de belichtingstijd wel oplopen tot 30 minuten of langer! Het is dus zaak om veel te experimenteren om de juiste belichtingstijd te vinden.
Diafragma
Kies een grote diafragmaopening als je niet veel scherptediepte nodig hebt. Hierdoor wordt de belichtingstijd zo kort mogelijk gehouden. Zeker als je meerdere opnamen achter elkaar wilt maken, en de belichtingstijd op kan lopen tot meerdere minuten, wil je deze zo kort mogelijk houden.
Autofocus
Als het echt donker begint te worden is gebruik van de autofocus niet meer mogelijk. Zet daarom je camera of lens van te voren op handmatige bediening. Stel scherp voordat het echt donker is, of gebruik een zaklantaarn als je hoofdonderwerp zich in de voorgrond bevindt.
Veiligheid
Vaak maak je foto’s op plekken die lastig bereikbaar zijn. Houd er rekening mee dat als je met daglicht aankomt, je vaak in totale duisternis weer terug moet. Neem daarom een zaklamp mee, of nog beter, een headlight. In het laatste geval heb je de handen vrij voor het dragen van je spullen. Ook goede en warme kleding voor als het later wordt, is erg belangrijk.
Tip: Zorg voor je eigen veiligheid: mobiele telefoon, headlight, GPS en goede warme kleding zijn belangrijker dan je denkt.
Denk ook aan extra accu’s, want door de lange sluitertijden wordt er meer stroom gebruikt dan gemiddeld. Je zult dus eerder de accu of batterij moeten vervangen. Wil je helemaal zeker zijn dat je de weg terug kunt vinden, neem dan een GPS mee. In de meeste GPS-apparaten kun je trouwens ook opzoeken wanneer de zon onder gaat. Handig om je trip beter te plannen.
Omgeving
Wees bedacht op storende lichtbronnen in de omgeving, zoals gebouwen, lantaarnpalen, of bewegende lichtbronnen van bijvoorbeeld auto’s, vliegtuigen of boten. Hoe klein ze ook zijn, met een lange belichtingstijd van meerdere minuten kunnen deze grote storende lichtvlekken in je opname veroorzaken. Zie je bijvoorbeeld een auto aankomen dan kun je de lens rustig even afschermen, met je handen of met een donkere doek, om lichtinval te voorkomen.
Stabiliteit
Vanwege de lange sluitertijden is het belangrijk om je statief stevig neer te zetten. Voorkom dat je er tegen aan stoot tijdens een lange belichting, want dan kun je over nieuw beginnen! Na het inkaderen van je onderwerp is het verstandig om de spiegel in de camera op te klappen om bewegingsonscherpte te voorkomen.