foto: © Tom van der Leij
Fotograaf Tom van der Leij reist de wereld over. Er komt van alles voor zijn lens. Zo vloog hij in december 2011 naar de Andaman eilanden, in de hoop er de zeezwemmende olifant tegen te komen.
Er zijn van die plekken die hoog op mijn reislijst staan. De Andaman en Nicobaren eilanden zijn daar voorbeelden van. Voor mij vrijwel onbekende eilandengroepen, behorende tot India, tegen Myanmar aan met stammen (waaronder Negroïde stammen) die weinig tot geen contact met de buitenwereld hebben.
Maar de doorslag geeft de foto die elke fotograaf wel eens een keer langs heeft zien komen, een zwemmende olifant in zee van onderaf gefotografeerd. Gemaakt door Steve Blom voor National Geographic. Ongelooflijk beeld. Die plaat wil ik ook schieten en aangezien ik een kleine twee weken speling heb tussen mijn verblijf in midden India en mijn vertrek naar Zuidoost Azië besluit ik een ticket naar Port Blair te kopen, de hoofdstad van de Andaman eilanden en toegangspoort tot de rest van de honderden eilanden.
Aangezien je maar vijf kilo bagage aan boord mag nemen in zowel de helikopter als in het watervliegtuig, heb ik alleen een Canon G12 bij me
Althans, een deel daarvan. Want als je geen Indiaas staatsburger bent met specifieke redenen (handel, onderzoek, militair), dan zijn de Nicobaren Eilanden een no go gebied. En grote delen van de Andaman eilanden zijn moeilijk bereikbaar. Bovendien zijn eilanden van de Andaman waar stammen wonen zijn niet toegankelijk zonder speciale permits. Sowieso mogen de stammen niet gefotografeerd worden.
Vanaf Chennai dienen na een dikke twee uur vliegen over de Bengaalse Zee de eerste eilandjes zich aan. Ik overnacht in de hoofdstad Port Blair en pak de volgende dag een helikopter naar het zuidelijkste eiland, Little Andaman. Het is slechts een half uur vliegen maar het uizicht door het raampje is adembenemend. Turkooizen water rond fel groene eilandjes. Ik schiet volop maar echt veel bruikbaars zit er niet tussen. Aangezien je maar vijf kilo bagage aan boord mag nemen in zowel de helikopter als in het watervliegtuig, heb ik alleen een Canon G12 bij me; mijn spiegelreflex met lenzen liggen bij mijn onderkomen in Port Blair. Achtergelaten, met pijn in het hart, dat wel. Wetende dat ik veel platen laat liggen, maar ja, het is niet anders want mijn gevulde cameratas weegt alleen al twaalf kilo.
Op Little Andaman wonen een paar duizend mensen waarvan het merendeel Bengali is. Na de afscheiding van Oost Pakistan in 1967 heeft de Indiase regering ze gratis land aangeboden. Deels om het vluchtelingenprobleem op te lossen deels om andere landen te ontmoedigen zich op de eilanden te vestigen. Er wonen ook veel Nicobarese, die qua uiterlijk overeenkomsten vertonen met Indonesiërs. Hun vissergemeenschappen zijn door de Tsunami van 2004 flink geraakt en ze wonen thans in moderne settlements op hogere delen. Ik kom er vele tegen als ik met de motor en gids Mutu achterop door de jungle naar de vuurtoren rijdt. Uiterst vriendelijk worden we te woord gestaan en krijgen verse vis overhandigd.
Met de meeste stammen op de Andaman gaat het slecht. Twee jaar geleden was met de dood van Bo-vrouw, de Bo-stam uitgestorven. Van de Onge, de negroïde mensen op Little Andaman zijn er nog 84 personen over. Ze zijn ver weggestopt in de noordkant van het eiland. Ge-relocated door de Indiase overheid na de verwoestende tsunami. Nu ontvangen ze een toelage van de staat waarvan volgens ingewijden driekwart aan de lokale bureaucratische en corrupte kerfstok blijft hangen. Onderwijs wordt ontmoedigd want wat zou er gebeuren als ze opeens mondig genoeg zijn om aanspraak op het mooie land te doen op basis van hun afkomst en recht daarop?
Mensen willen graag op de foto met een zwemmende olifant en hebben daar een hoop geld voor over
Maar goed, ik wilde dus die olifantenfoto maken. De dieren werden ingezet in de houtkap en zijn getraind om tussen de eilanden te zwemmen. Op het vliegveld lees ik een artikel waarin staat dat dit echter niet meer mogelijk is. Een fikse streep door de rekening.
Maar als ik een paar dagen later op Havelock eiland ben, veruit het meest toeristische eiland van de Andaman, hoor ik bij de duikschool dat je voor tienduizend roepies (150 euro) met Rajah kunt zwemmen. Mensen willen graag op de foto met een zwemmende olifant en hebben daar een hoop geld voor over. De vercommercialiseerde uitbuiting van een bijzonder dier. Voor mij is de grens getrokken en de lol er af.
Gelukkig heeft Havelock meer te bieden dan alleen Rajah. Zo is beach No 7, in 2004 door Time magazine uitgeroepen tot beste strand van Azië vanwege haar brede palmstrand grenzend aan een jungle en gesitueerd in een prachtige baai. Onder water liggen de echte schatten. De Andaman zee wordt aangeduid als een van de mooiste duikplekken ter wereld. Ik heb een onderwaterhuis voor mijn G12 gekocht en sta te popelen om er mee te werken. Twee zomers geleden was de temperatuur opeens zo hoog dat er gedurende tien dagen het zeewater twee graden hoger was. Het had een verwoestende werking op het koraal dat massaal afstierf. Waar je destijds op tien minuten varen bij duikplek Aquarium ondiepe duiken kon maken in een overvloed van kleurrijk koraal, is nu omgetoverd tot een onderwaterkerkhof. Gelukkig zie je her en der het koraal herstellen.
De beste duikspots liggen tegenwoordig anderhalf uur varen uit de kust. Bij Dixon en Johnny’s daal je af tot vijfentwintig meter diepte. De hoeveelheid grote vissen is enorm. Al bij het afdalen langs de lijn word je begroet door honderden barracuda’s, enorme zeebaarzen en gigantische scholen vis.
Een geluk bij een ongeluk is dat grote delen van de Andaman moeilijk bereikbaar zijn
De eilandengroep staat op de kaart. Voor alsnog is alleen Havelock de enige echte toeristentrekpleister. Naast het prachtige strand is het binnenland prachtig, met enorme woudreuzen en bijzondere fauna. Vooral dit eiland loopt reeds tegen zijn eigen limieten aan door de groeiende berg plastic afval en aan drank en drugs te buiten gaande backpackers. En met eens steeds rijker wordende Indiase bevolking neemt het binnenlandse toerisme een enorme vlucht. Honeymooners vliegen voor een lang weekend naar Port Blair en pakken de boot, helikopter of watervliegtuig naar Havelock. Naast de simpele palmbladeren hutjes aan het strand zijn het vooral de betonnen bungalows die in aantallen toenemen.
De Indiase overheid juicht het toerisme toe. Het geld stroomt binnen. Er wordt alleen niet gekeken naar de consequenties voor de bewoners en de natuur. Havelock mag dan toeristisch zijn, de overige honderden eilanden zijn vrijwel ongerept! Een geluk bij een ongeluk is dat grote delen van de Andaman moeilijk bereikbaar zijn, dat houdt het aardig puur zo.
Informatie:
Reizen: Koop een retourtje vanuit Delhi, Mumbai, Chennai, Vishakapatnam en Kolkata vliegen op Port Blair, bij Indigo, Kingfisher, Jet Airways, Air India, of per boot 56 uur!
Op de vluchthaven krijg je bij aankomst –gratis- een vergunning voor 30 dagen. Maak van je permit en paspoort een vijftal kopieën die je nodig hebt voor het aanschaffen van boot/vliegtickets.
Dit is de kans om je met een watervliegtuig of helikopter te laten vervoeren. Helikopter: €35, seaplane € 100; dagelijks Port Blair- Hut Bay Little Andaman, ticket aanvragen in Port Blair bij het Sekretariat. De terugvlucht is meestal vol maar dan kun je voor € 1 (8 uur). In de helikopter en watervliegtuig maximaal vijf kilo bagage p.p.
Licht: De inwoners leven met het licht, aangezien in heel India dezelfde tijd geld en de eilanden zeer oostelijk liggen is het hier vroeg donker.
In Port Blair en op Havelock zijn ATM’s; echter draag voldoende cash bij je
Gids/surf instructeur Little Andaman, Mutu, tel: 9474277980
Beste reistijd: half januari- half mei.
Handige websites: www.andamanbubbles.com, www.diveindia.com, www.indiatourismamsterdam.com, www.tourism.andaman.nic.in