Fotograaf Tom van der Leij reist de hele wereld over. Er komt van alles voor zijn lens. Dit keer verwonderde hij zich tijdens een dagenlange trektocht in het Salkantaygebergte over zijn apparatuur.
Toen de digitale pocketcamera met schermpje zijn intrede deed zag je het postuur van de fotograaf tijdens de opname veranderen. Camera recht vooruit, beide armen gestrekt, buik uit, holle rug en knieën enigszins geknikt.
En toen was er de revolutie, want je kon namelijk met een telefoon ook foto’s maken! Drie, vier vijf, megapixel camera’s zo in je telefoon ingebouwd! Een gevoel van ongeloof overviel me. Nu was de pose van de fotograaf ietwat nonchalanter, iets minder serieus. Gewoon met een arm en uit de losse pols.
Tegenwoordig hebben al mijn vrienden al jaren een smartphone met een tig megapixel camera waarmee ze ogenschijnlijk prachtkiekjes maken; fotograferen is voor iedereen toegankelijk geworden. Met een gephotoshopt sausje erover en voilá, een nieuwe fotograaf dient zich aan.
En toen was er de revolutie, want je kon namelijk met een telefoon ook foto’s maken!
Laatst was ik aan het wandelen in Peru in het Salkantaygebergte dat de beroemde Inkastad Machu Picchu omzoomd. Prachtige besneeuwde bergen met een pas die op 4600 meter hoogte ligt. Gletjers en wandelen tussen de wolken. De ijle lucht en de zware camerauitrusting op mijn rug begonnen me parten te spelen.
Hijgend als een op hol geslagen hert kwam ik als een van de laatsten boven. In de door mij zo verachte figuurlijke bezemwagen. Vooral die zware telelens, die ik uiteindelijk drie maal heb gebruikt, vervloekte ik. Gelukkig ging de afdaling een stuk makkelijker. Binnen een tijdsbestek van twee uur had ik me van bijna al mijn kleding ontdaan en liep ik door de jungle.
Toen ik op dag vier eindelijk bij het nieuwe wereldwonder Machu Picchu aangekomen was, stuitte ik op een nieuwer fotografiefenomeen. Want sinds een jaar maak je gewoon foto’s met je tablet. Ik was me er nog niet van bewust dat toeristen die dingen ook gewoon onder hun arm meetorsen bergen op en af.
Als gekozen slaaf van mijn eigen equipement reis ik de wereld over met vijftien kilo op mijn rug
Het fotograferen met een tablet vraagt om een ietwat andere pose, wat statischer, maar het ziet er wel lekker strak en serieus uit. Alsof je door je eigen televisiescherm staat te kijken.
Voor mij begint de tijd te dringen. Ik loop al jaren achter al die technologische feiten aan. Ik hou halsstarrig vast aan loodzware camera-apparatuur. Als gekozen slaaf van mijn eigen equipement reis ik de wereld over met vijftien kilo op mijn rug: zware lenzen, accu’s, camera’s. Een schildpad voel ik me.
Mijn houding, zonder nog een foto te nemen is die van quasimodo, voorovergebogen met een bult op mijn rug. Ik zweer mezelf de nieuwe generatie camera’s aan te schaffen; klein en snel en hopelijk met kwaliteit. Wie het weet mag het mij mailen!
Het fotograferen met een tablet vraagt om een ietwat andere pose, wat statischer
En qua houding? Ik zie mezelf wel eens terug en ik moet zeggen, het ziet er wel heftig uit, fotograferen met zo’n spiegelreflex. Grote lens, zonnekap, die camera als een verlengstuk van mijn lichaam, pats, klaar om te schieten waar en wanneer ik wil. Zo’n camera ligt nou eenmaal lekker in de hand.
Toch denk ik er serieus over na toch maar een smartphone aan te schaffen voor de kiekjes. Het ziet er zo handig uit, lekker compact, geen gesjouw, minder serieus. En kwaliteit? Ach wat geeft dat nou, die kranten en tijdschriften verdwijnen langzaamaan. Wie ziet een pixeltje meer of minder op je i-phoneschermpje nou nog en die berg in Peru opklimmen zal een stuk gemakkelijker gaan. Ik heb al wel nagedacht over mijn houding; gewoon rug recht, profi blik en met twee handen.
Met dank aan de uiterst behulpzame touroperator in Lima, Andrea Alberto Maria Ravaglioli.