Dit is het derde en laatste deel over landschapsfotografie. In dit artikel wordt u meegenomen naar Noorwegen. Er zal worden ingegaan op de voorbereiding van zo’n reis en aan de hand van een aantal foto’s zal de theorie van deel 1 en 2 in beeld gebracht worden.
Inleiding
In Nederland kun je prachtig landschappen fotograferen. Van wad tot veen en van rivieren tot zandvlaktes. Nederland kent zelfs bergen. Onze hoogste berg, de Vaalserberg, is echter maar 322 meter hoog en valt daarmee niet echt in de buitencategorie.
Om echt woeste berglandschappen met besneeuwde toppen, toendralandschappen en snelstromende rivieren te fotograferen moet je naar het buitenland.
Noorwegen biedt het allemaal, maar zelfs nog meer. De herfstkleuren zijn er namelijk fantastisch. Noorwegen is echter een groot land en de vraag is dan: “waar begin je?” Om deze vraag te beantwoorden heb ik veel voorbereidingstijd genomen. In die tijd heb ik veel internetsites bezocht, correspondentie en gesprekken met collega-fotografen gevoerd en in boeken en tijdschriften gezocht naar de mooiste plekjes.
Uiteindelijk heb ik de keus gemaakt om tijdens de laatste week van september naar Rondane en Jotunheimen te gaan. Dit zijn fraaie berggebieden die ongeveer 300 km boven Oslo liggen.
Op stap in de bergen
Landschapsfotografie is ontdekken en ervaren. Zoeken naar mooie composities doe je door onderdeel te zijn van het landschap. Dit betekent dat je van de begaande paden af moet. Lopen dus.
In Noorwegen kun je dagen rondstruinen zonder een mens tegen te komen
Het weer in de bergen is echter onvoorspelbaar. In Noorwegen kun je bij wijze van spreken drie seizoenen op één dag ervaren. Dit betekent dat je je daar op moet voorbereiden door de juiste kleding te dragen. Goede wandelschoenen, kleding in laagjes en een waterdichte jas zijn onontbeerlijk. Ook een klein handdoekje om snel je camera en lenzen te kunnen afdrogen na een regenbuitje is erg handig. Uiteraard gaan de gps en de mobiele telefoon ook mee in de tas.
Wisselend licht
Het veranderlijke weer in de bergen geeft veel kansen om mooie beelden te maken. Dit vergt wel enige anticipatie van de fotograaf. Je moet je camera kennen en snel de instelling kunnen veranderen naarmate het licht verandert.
In de foto van Rondane zag ik bijvoorbeeld dat de lucht achter mij openbrak en de zonnestralen over de bergtoppen “dansten”. Lichtstralen bewogen zich van links naar rechts en ik had maar heel even de tijd om een compositie te zoeken, de camera in te stellen en dan op het goede moment af te drukken. De invoerende lijn geeft diepte en leidt het oog direct naar de lichtvlek op de bergen in de achtergrond. De lichtvlek krijgt nog een extra accent door de donkere lucht.
Snelstromende beekjes
Water geeft vaak iets extra’s aan een foto. Bij windstil weer is een meertje net een grote spiegel. Reflecties van het landschap en de lucht zie je dan terug in het water. Dit geeft extra diepte en de spiegeling maakt de foto interessanter om naar te kijken. Slootjes, kanalen en rivieren kun je gebruiken als invoerende lijn om diepte in je opname te creëren.
Snelstromend water is echter weer een heel ander verhaal. Snelstromende beekjes en watervallen kunnen een enorme dynamiek aan een foto geven.
Zeker als je de snelheid van het water in beeld brengt door een trage sluitertijd te kiezen. Het beeld “bevriest” daardoor niet, maar door de onscherpte van het water ontstaat de illusie van beweging en snelheid.
Herfstkleuren
De derde en vierde week van september zijn de topweken in Noorwegen voor de herfstkleuren. De kleuren zijn daar veel intenser dan in Nederland. Overal zie je de herfsttinten in terug. In de mossen, struiken en natuurlijk de bomen. Zeker bij een opkomend zonnetje dat rechtstreeks op de bomen schijnt lijkt het soms net of ze in brand staan. In dat soort situaties is het echter ook lastig om het contrast tussen licht en donker te beheersen.
Om het contrast tussen lucht en voorgrond terug te brengen kun je een grijsverloopfilter gebruiken. In de bergen heb je vaak geen strakke horizon, zodat een grijsverloopfilter met een harde scheiding niet bruikbaar is. Een filter met een geleidelijk verloop biedt dan uitkomst. In de foto “Herfstkleuren in Noorwegen” is gebruik gemaakt van een dergelijk grijsverloopfilter om de wolk en de lucht iets donkerder te maken. Daarnaast is gebruik gemaakt van een polarisatie filter om de schitteringen van de dauwdruppels op de bomen te verminderen.
Cultuurelementen in het landschap
In Noorwegen kun je dagen rondstruinen zonder een mens tegen te komen. Toch kom je zo nu en dan toch ook resten van de menselijke beschaving tegen. Zeker als je terug op de paden komt zie je zo nu en dan oude vervallen schuurtjes, hekken, stenen muurtjes, etc. Het is leuk om ook dit te fotograferen.
Dit soort zaken zijn onderdeel van ons cultuurlandschap en geven de kijker vaak een gevoel van herkenning. Daarnaast geven cultuurelementen een indruk van schaal en verhoudingen.
Lees ook Landschapsfotografie - deel 1.