Nikon pakt het met de D700 verstandig aan. Al het goede van de D3 toegankelijk maken voor een veel grotere doelgroep dan de D3 ooit zal bereiken. Aan de foto’s zul je nooit kunnen zien of ze met een D3 of een D700 zijn gemaakt, want qua sensor en beeldverwerkingssysteem zijn beide camera’s gelijk.
Met de D700 brengt Nikon full frame binnen bereik van bemiddelde amateurs en soho-gebruikers (small office home office). Met een camera die geschikt is voor professioneel gebruik.
Nikon zegt met nadruk dat de D700 een degelijke camera is, gebouwd voor betrouwbaarheid en beschermd tegen binnendringend vocht en stof, maar de D3 levert op dit punt het hoogst haalbare.
De autofocus doet z'n werk zeer snel en trefzeker. En verbazingwekkend slim.
Kijk bijvoorbeeld naar de kaartsleuf: die van de D700 is voorzien van een kunststof schuif-kanteldeksel (met sealing), bij de D3 is het deksel vergrendeld. Er zijn immers altijd extreme omstandigheden te bedenken waaronder zo’n schuif-kanteldeksel per ongeluk zou kunnen opengaan. Als je er wat mee rommelt kun je je haast niet voorstellen dat het iemand kan overkomen, want wat moet er dan in vredesnaam dan wel niet gebeuren.
Doorkijk-D700 met in geel aangegeven de plekken waar de body is beschermd tegen water en stof.
Maar bij de D3 willen ze ook op dit punt niets aan het toeval overlaten, echt een voorbeeld op welk niveau de professionaliteit van de D3 staat. Voor trouwreportages zou je prima met de D700 op pad kunnen, maar voor harde fotojournalistiek en sportfotografie blijft de D3 de beste keus.
Handzaam
Qua handligging verschillen beide camera’s weinig, maar door z’n lagere gewicht werkt de D700 het lekkerst. Er zit een gewone compacte accu in (in de handgreep), terwijl je bij de D3 een grote lange accu onder de body hebt, natuurlijk voor extra uithoudingsvermogen.
Ook bij de D700 word je getroffen door de grote heldere zoeker. Qua precisie levert hij iets in, hij geeft circa 97 procent te zien van wat er op de foto komt. Dit schijnt een noodzakelijk offer te zijn aan de ingebouwde stofverwijdering, die de D3 mist. Een zeer verdedigbaar compromis, want de D700 is geen camera waar dag-in dag-uit dezelfde standaardzoom op zal zitten.
Laatst gebruikte instelling
Qua bediening verder geen verrassingen: geheel à la Nikon en bijna geheel à la D3. Ook gebruikers van een D200 en D300 zullen snel hun weg kunnen vinden. Vergeleken met andere merken hanteert Nikon lange menu’s, dus je moet soms heel wat rijtjes doorlopen. Een uitstekende compensatie voor dit ongemak is het menu voor de laatst gebruikte instellingen, waarin de 20 meest recente instellingen te zien zijn.
En de camera opent na indrukken van de menuknop altijd het laatst gebruikte menu, en dat zal dan vaak het menu met laatst gebruikte instellingen zijn. Voordeel is hierbij dat je ook niet meer hoeft na te denken of de gezochte functie in het opnamemenu, het setup-menu of onder de persoonlijke instellingen zit; ze komen na gebruik allemaal in het menu voor laatst gebruikte instellingen terecht. Wil je bijvoorbeeld even wat experimenteren met je verscherping, dan is dat zo snel en makkelijk te doen.
Functietoets
Verder hebben alle belangrijke functies hun eigen knop of schakelaar. Jammer is wel dat er geen rechtstreekse instelling voor de bracketingfunctie is. Die zou best op de ring voor de opnamestand (S, CL, CH, enz.) mogen zitten. Standaard is de vrij programmeerbare functietoets hiervoor ingesteld.
Maar soms heb je die weer ergens anders voor nodig. Bijvoorbeeld als je met live view werkt en ook de zelfontspanner wilt gebruiken (de 2 s stand voor statiefopnamen). Die zitten samen op één ring, dus daarmee kun je een van beide instellen. In dat geval kun je de functietoets instellen voor het activeren van live view.
Al vermoed ik dat de officiële reactie van Nikon op dit ‘probleem’ zou zijn: koop toch een afstandsbediening als je statiefopnamen maakt! Hoe dan ook, het is fijn dat je de functietoets vrij kunt programmeren. En het is nog fijner dat je ook de knop voor visuele scherptedieptecontrole als extra functietoets kunt programmeren.
Standaard activeer je met de Fn-toets de bracketingfunctie van de camera. Het is echter ook mogelijk de toets een andere functie toe te kennen. De erboven geplaatste toets voor scherptedieptecontrole is eveneens programmeerbaar voor andere functies.
Dynamisch
De autofocus doet z’n werk zeer snel en trefzeker. En verbazingwekkend slim. Laat je de keuze uit een van de 51 scherpstelpunten aan de camera over, dan werkt dat heel goed. Er is zeker zelfoverwinning nodig om af te stappen van de selectieve scherpstelling op één klein sensorveldje, wat maximale zekerheid biedt, maar bij snel werken ook kans op fouten geeft. Als het snel en impulsief moet, of als het onderwerp beweeglijk is, dan is die dynamische scherpstelling zeker een serieuze optie.
12 Miljoen pixels op 24 x 36 mm. Dat levert een fenomenale kwaliteit. De CMOS-sensor laat geen foton aan licht onbenut.
De live view werkt, zoals bekend van de D3 en D300, met twee scherpstelmogelijkheden: fasedetectie en contrastdetectie. De eerste werkt het snelst maar berooft je van beeld tijdens het scherpstellen (erg onhandig), de tweede neemt z’n tijd maar behoudt het beeld. Beide functies zijn ongeschikt voor onderwerpen die een snelle aanpassing van de scherpstelling vereisen. Het live view beeld laat niet zien wat er gebeurt als je een belichtingscorrectie toepast of in de M-stand met sluitertijd of diafragma varieert. Wel krijg je een goede indruk van de witbalans.
Horizon
Handig is de ingebouwde waterpas, die je helpt de horizon werkelijk horizontaal te houden. Je kunt hem groot op het scherm oproepen, of transparant door het live view beeld heen laten schijnen. Bij fotograferen via de reflexzoeker kun je hem als een soort plus/min-correctie onder het zoekerbeeld laten verschijnen. Een mooie functie, die je zou kunnen oproepen met, jawel, de functietoets. Of als die al bezet is, met de scherptedieptecontroletoets... Oef!
Waarom zit er eigenlijk geen tweede functieknop op deze camera? Ha, die is er! Want ook de AEL-toets (voor het belichtingsgeheugen) is programmeerbaar. Niet alleen voor belichtingsgeheugenfuncties, maar ook met de functies van de Fn-toets. Gelukkig heeft de D700 ook geheugens voor favoriete combinaties van instellingen, de zogenaamde geheugenbanken.
Bijvoorbeeld een voor studio-opnamen, een voor actiefoto’s enz. Ze hebben standaard, de aanduiding A, B, C en D, maar je kunt er ook een naam aan toevoegen. Zo kun je op een plezierige manier wat lijn brengen in de veelvoud aan functies en mogelijkheden. Wat nog welkom zou zijn is een mogelijkheid de functies die je nooit gebruikt in de menu’s onzichtbaar te maken.
Nikon stelt als veelzijdig fullframe standaardobjectief het 3,5-5,6/24-120 mm VR objectief voor. Betaalbaar, mooi bereik en ingebouwde beeldstabilisatie. Gebruikers van DX-camera’s zijn er redelijk tevreden over, maar of het het FX-formaat voldoende eer kan bewijzen is de vraag.
De 1005 pixels tellende RGB-sensor wordt gebruikt voor de belichtingsmeting en de witbalansbepaling. Bovendien ondersteunt hij de autofocus bij het volgen van een onderwerp dat zich door het beeld verplaatst. Hij ziet en volgt de verplaatsing van het onderwerp en geeft aan welke van de 51 AF-sensoren actief moeten zijn om de scherpstelling te bewaken.
ISO 1600 is schaamteloos inzetbaar... ISO 3200 biedt nog een hoge zuiverheid, en ISO 6400 is nog geen noodgreep
Microlenzen
Stappen we nu even af van de vorm en gaan we naar de inhoud. 12 Miljoen pixels op 24 x 36 mm. Dat levert een fenomenale kwaliteit. De CMOS-sensor laat geen foton aan licht onbenut. Een microlenzenscherm voor de sensor bundelt de invallende lichtstralen zo, dat er geen licht tussen de pixels valt. Maximaal rendement van het licht, dat is gunstig voor de haalbare gevoeligheid en het dynamisch bereik.
De vergaande afwezigheid van beeldstructuren (korrel, ruis) in de foto’s vereist een nieuwe kijk op met name de verscherping. Die moet je laag houden, want de subtiele scherpteverlopen komen, omdat ze niet verstoord worden, prachtig tot uiting. Daarbij helpt natuurlijk ook nog het grote sensorformaat, met z’n relatief beperkte scherptediepte. Deze camera schreeuwt om lichtsterke klasse-optiek, de 2,8/24-70 mm bijvoorbeeld. Moet het uit een relatief laag budget, dan is Nikons 1,8/85 mm een fantastische optie voor portretten, om maar eens een ander voorbeeld te noemen.
ISO 1600 is schaamteloos inzetbaar, ISO 3200 biedt nog een hoge zuiverheid, en ISO 6400 is nog geen noodgreep. Dat gevoel heb je pas echt bij de stand +2 (equivalent aan 25.600 ISO). Een hele mooie scherpe kleurruis overigens, omwille van het korreleffect trouwens zeer goed inzetbaar, al zijn de schaduwen wel modderig. Ook kleurweergave en gradatie zijn fraai, evenals de mogelijkheden van directe curve-aanpassing na de opname (D-Lighting, die drie niveaus kent).
FX-formaat op dreef
‘Slechts’ 5 beelden per seconde (D3: 9), ‘slechts’ 1 CF-kaartsleuf (D3: 2), ook dat lever je in als je de D700 prefereert. Meestal bijzaak. Hoofdzaak is dat Nikon met deze camera fullframekwaliteit bereikbaarder heeft gemaakt. Grensverleggend is het woord dat bij je opkomt als je ermee werkt en de resultaten ziet. Deze prachtige FX-kwaliteit roept ook om een zo licht en compact mogelijk cameramodel als de toegepaste techniek toelaat, waarbij ook best nog wat functies overboord kunnen worden gezet. Want voor kwaliteitsbewuste reizigers is de D700 te groot en te zwaar. Wie weet wat ze daar in Japan inmiddels uitbroeden. Het FX-formaat is nog maar net van start.