Een van de bekendste beelden van de twintigste eeuw is de foto die Neil Armstrong op 20 juli 1969 maakte – we zien Edwin E. ‘Buzz’ Aldrin tijdens zijn eerste, wankele stappen op de maan, alsof hij opnieuw moet leren lopen.
De schoonheid van het historisch importante beeld – geschoten met een speciaal ontworpen Hasselblad-camera en inclusief dradenkruizen - zit ‘m voor alles in de detaillistische weerspiegelingen in het vizier van de helm van Aldrin. Zichtbaar daarin zijn het verlichte gestalte van de fotograaf, het maanlandschap dat zich achter hem ontvouwt, het maanlandingvoertuig Eagle en de langgerekte schaduw van Aldrin.
Wat in het oog springt is het unieke lichtspel, zo opvallend dat critici de foto aangrepen om de complottheorie te staven dat de maanlanding nooit heeft plaatsgevonden. Amerikanen zouden de foto (maar ook andere maanlandingsfoto’s) op Hollywoodiaanse wijze in scène hebben gezet teneinde de prestigeslag om de maan met de Russen naar hun hand te zetten.
Geschoten met een speciaal ontworpen Hasselblad-camera en inclusief dradenkruizen
Zo schijnt de zon over de linkerschouder van Aldrin, maar bevat zijn rechterzijde hoewel geheel in de schaduw een te veel aan details. Bovendien kent de maan geen atmosfeer die het licht bezoedelt; en dus had de foto veel helderder moeten zijn en zou het landschap achter Aldrin nooit zo langzaam, maar duidelijk naar de duisternis kunnen vervagen.
Tot slot, zo zeggen ongelovigen, spreken de schaduwen van de maanlander en Armstrong elkaar tegen. Onwaarschijnlijke argumenten natuurlijk die niet van een moderne geest getuigen, maar wel een bijzonder licht werpen op deze klassieke foto.