Een onderwerp waar nog wel eens misverstand over bestaat is het histogram. Bijvoorbeeld dat 'het figuurtje altijd in het midden hoort te zitten'. Wat het histogram nu precies is en hoe je het kunt gebruiken bij het vaststellen van de juiste belichting, lees je in dit artikel.
Een histogram vormt de vertaalslag van het kleurenbeeld in de zoeker naar een grafiek. Het kleurenbeeld wordt vertaald in stappen van 256 tinten, van geheel zwart naar absoluut wit.
Dit zien we op de horizontale as van de grafiek. Links bevinden zich de donkere partijen, rechts de lichte partijen. Op de verticale as vinden we de intensiteit van de betreffende helderheid uit de opname. Komt deze helderheidsintensiteit veel voor in de opname dan zien we een sterke piek in het histogram, indien de tint niet zo sterk is zal het histogram voor die tint nauwelijks boven de horizontale as uitkomen.
Op de foto zien we een aantal kleine donkere plekken, zoals de schaduwen in het zand en het donkere water. Deze vormen de kleine piekjes die we links in het histogram zien.
De meest lichte plekken in het zand, maar ook de luchtpartij worden weergegeven aan de rechterkant van het histogram. In de opname zitten echter niet veel heel lichte of heel donkere delen en daarom is er een piek in het midden van het histogram.
Over- en onderbelichting
Over/ of onderbelichting is gemakkelijk in een histogram te herkennen. Het histogram van onderstaande (overbelichte) foto wordt door de rechteras afgekapt.
Als het histogram aan één van de beide kanten de verticale as raakt spreken we van clippen
Dit wil zeggen dat de opname zulke lichte partijen bevat, dat deze niet meer door de beeldsensor weergegeven kunnen worden. In de foto uit zich dat door een uitgebeten lucht links in de opname.
Hetzelfde geldt voor onderbelichting. Het histogram zal dan tegen de linker verticale as gedrukt worden. Donkere partijen in de opname zullen dan geheel dicht lopen en dus pikzwart zijn.
Als het histogram aan één van de beide kanten de verticale as raakt spreken we van clippen. Probeer dit te voorkomen door de belichting aan te passen.
Belichtingscorrectie met het histogram
Onder- en overbelichting kan clippen veroorzaken, maar dat is niet altijd het geval. Soms zijn er situaties waarbij het histogram keurig binnen de grenzen van het contrastbereik van de camera blijft, maar het beeld toch niet goed belicht is.
Binnen de grenzen van het contrastbereik van de camera maar toch niet goed belicht...
Ik zal deze situatie aan de hand van een aantal voorbeelden laten zien en daarbij vooral aangeven wat gedaan kan worden om de belichting te corrigeren.
Onderstaande foto geeft een landschap weer met hoofdzakelijk donkere partijen. Deze partijen worden echter niet zo donker weergegeven als in werkelijkheid, maar ze zijn grijs. We zien ook dat het histogram zich vooral in het midden van de horizontale as bevindt.
In deze opname komen niet evenredig veel lichte en donkere partijen voor maar juist meer donkere partijen. Hierdoor zal de belichtingsmeter van de camera het beeld overbelichten.
Histogrammen afbeelding 3 en 4, bovenste is de juiste belichting.
Als we na het maken van een opname zien dat de donkere partijen niet op de juiste plek in het histogram zijn terecht gekomen, dan weten we dat zoals in dit geval de opname overbelicht is, en we dus een belichtingscompensatie moeten toepassen. Bij deze opname zullen we dus moeten onderbelichten en blijkt een belichtingscompensatie van -2/3 stop voldoende te zijn.
Als we nu naar het beeld en het histogram kijken, dan zien we dat de donkere partijen in de opname goed worden weergegeven en dat de donkere partijen ook daar in het histogram zitten waar ze horen, namelijk aan de linkerkant.
Beelden met veel lichte partijen
Voor beelden met veel lichte partijen geldt dat de belichtingsmeter van de camera de neiging heeft tot onderbelichten. Het gevolg is dat wit grijs wordt.
Als we de opname maken met een belichtingscorrectie van +2/3 stop, dan vallen de lichte partijen weer 'op hun plek' in het histogram en de opname ziet er een stuk beter uit.
Resumé
Kijk kritisch naar je onderwerp en probeer de aanwezigheid van lichte en donkere partijen in je onderwerp zo goed mogelijk te interpreteren. Controleer of lichte en donkere partijen 'op hun plek vallen' in het histogram. Zo niet pas een belichtingscorrectie toe. De mate waarin gecorrigeerd moet worden is onderwerpsafhankelijk maar zeker ook een kwestie van ervaring en gevoel.