Natuurlijk ga je later uitgebreid de manual lezen, maar met deze aanwijzingen kun je meteen aan de slag. Als de accu niet eerst moet worden geladen kun je een paar minuten na thuiskomst fotograferen met je nieuwe digitale reflex. Geniet ervan!
Klok/datum
Wordt de camera voor het eerst gebruikt, dan verschijnt een schermpje voor het instellen van datum en tijd. Meestal wijst het zichzelf en stel je alles meteen in. Doe je iets verkeerd, dan sluit de camera deze instelling af en begint hij op z’n algemene fabrieksdatum, bijvoorbeeld 01 01 2007. Voor de eerste keer niet erg, maar vergeet niet later de correcte datum en tijd in te stellen.
Geheugenkaart
Open het deurtje van de geheugenkaartsleuf en steek de kaart in de camera (soms zit de kaartsleuf in de batterijruimte). De kaart kan er maar op één manier in. Voel je weerstand, duw dan niet door! Vaak staat er een aanwijzing hoe de kaart erin moet. Gebruik nooit extra kracht! Echt nooit! Beschadiging van de kaartlezer valt niet onder de garantie en vervanging kan érg kostbaar zijn. Kijk bij twijfel in de gebruiksaanwijzing.
De kaart moet worden geformateerd in de camera waarvoor hij is bestemd.
Formatteren?
Officieel moet je een geheugenkaart altijd eerst formatteren in de camera waarin hij gebruikt gaat worden. Dan weet je zeker dat je foto’s op de juiste manier op de kaart worden weggeschreven. Het is niet moeilijk, de functie ‘formatteren’ of ‘format’ zit meestal ergens in het menu dat met een gereedschapsysmbool is aangeduid.
Kun je dat in de gauwigheid niet vinden, dan mag je voor de eerste kennismaking het formatteren overslaan. Maar formatteer je kaart in elk geval voordat je voor het eerst serieus gaat fotograferen. Pas op: formatteren wist alles wat er op de kaart staat!
Fotograferen maar!
Zet de camera in de meest algemene stand die er is, meestal in groen aangeduid (Auto bijvoorbeeld). De camera regelt dan alles zelf. Hij klapt zelfs de flitser uit als er flitslicht nodig is. Alle intelligentie die in de camera is ingebouwd wordt ingeschakeld om je foto’s te laten lukken. En dat werkt, zoals je al snel zult zien.
Vergeet even de manual, nu eerst resultaten!
Druk de ontspankop half in totdat het beeld scherp is en druk vervolgens af. De gemaakte foto verschijnt even achterop het scherm. Hoe lang die verschijnt, is later in te stellen. Om foto’s uitgebreid te bekijken kies je de afspeelstand, meestal gemarkeerd met een groen rechthoekje met daarin een naar rechts wijzend driehoekje.
Kan die flitser niet uit?
Iets wat bij de eerste kennismaking al snel gaat irriteren, is het automatisch opklappen van de flitser. Meestal gebeurt dat alleen in de meest automatische stand van de camera en in een paar onderwerpsstanden. Wil je er bij de eerste kennismaking vanaf, zet de camera dan gewoon in de P-stand. Dan wordt de flitser alleen gebruikt als je hem uitklapt. Soms is er in de menu’s een instelling die het automatisch uitklappen van de flitser in álle standen uitschakelt. Ook zijn er camera’s met een flitser-uit-instelling op het programmawiel.
Stel gerust een hogere ISO-waarde in.
ISO
Met digitale reflexen kun je goed met hoge ISO-waarden werken. Je kunt vaak heel goed zonder flitslicht werken, ook al kiest de camera ervoor de flitser te gebruiken. Zeker als je eerste verkenningen binnenshuis plaatsvinden is het daarom handig meteen maar op ISO 400 of 800 te gaan werken.
Vaak vind je de ISO-instelling buitenop de camera. Druk op de met ISO gemarkeerde knop en draai aan het instelwiel totdat de gewenste ISO-waarde is ingesteld.
Inspecteer het resultaat
De eerste resultaten bekijk je waarschijnlijk op het scherm achterop de camera. Op dat beeld kun je inzoomen door aan een instelwiel van de camera te draaien. Zo kunt je bijvoorbeeld controleren of het onderwerp echt goed scherp is.
Met de navigatietoetsen of –schakelaar achterop de camera wandel je met die vergrote weergave het hele beeld door. Vaak vindt de eerste kennismaking binnenshuis plaats: relatief weinig licht, dat betekent camera goed stilhouden, zeker als je de flitser niet gebruikt.
Experimenteren zonder paniek
In de volautomatische stand liggen veel instellingen vast. Gelukkig, want met die groene stand kun je vanuit de meest exotische instellingen rechtstreeks terug naar een normale werking van de camera. Ga je van daaruit echter weer terug naar bijvoorbeeld de P-stand, dan kiest de camera daar wel weer de instellingen die je het laatst gebruikte. Heb je bijvoorbeeld in de P-stand de flitscorrectie op –0,7 gezet, dan blijft die zo staan totdat je hem zelf weer terugzet. Als je flink aan het verkennen bent geweest kan het een hele klus zijn om alle instellingen weer terug te krijgen in hun basisstand. Daarom zit er op elke camera een menucommando waarmee je alle instellingen (enkele uitgezonderd) weer kunt terugzetten in hun basistand. Soms kan dit ook met een toetsencombinatie buiten op de camera.
Met de volautomatische stand en de onderwerpsprogramma's kom je voorlopig al een heel eind!
Lerend fotograferen
Wil je snel resultaat met je reflex en zeg je 'dat leren komt later wel', gebruik dan voorlopig alleen de volautomatische stand en de onderwerpsstanden. Je merkt vanzelf of je daarmee voldoende uit de voeten kunt.
Maar waarschijnlijk ontdek je dat sommige foto’s beter hadden gekund. Dat kan te maken hebben met je standpunt, de beeldhoek, je positie ten opzichte van de zon, de compositie, maar ook met cameratechnische zaken als scherpte en belichting. Zoekend hoe je dat in het vervolg beter kunt doen ga je je camera beter leren kennen. De speciale instellingen onthoud je het beste als je uitgaat van concrete situaties.